Zetkast op de ringband solderen
Wanneer je gebruik maakt van een dichte zetkast, check je op het plateau wat je hebt gevijld op jouw ringband of deze nu mooi aansluit tot een geheel. Je kunt nu eventueel nog aanpassingen maken aan het plateau of aan de zetkast voordat het gesoldeerd wordt tot een geheel.
Om het vervolgens te solderen tot een ring, leg je de zetkast op z’n kop op de soldeersteen. Daarop wil je de ringband neerzetten, maar je kunt deze uiteraard niet vast blijven houden. Daarom maak je gebruik van twee ‘derde handjes’. Dit zijn de pincetten op een pootje die je helemaal kunt buigen tot ze precies blijven staan zoals jij wilt. Zet aan weerszijde van de ringband, de ringband vast met zo’n derde handje. Zorg dat deze enigszins druk geeft naar beneden zodat de ringband precies aansluit op de zetkast. Neem de tijd om dit geheel netjes neer te zetten, hoe je hem nu namelijk neerzet is precies hoe jouw ring uiteindelijk komt. Check dus altijd van alle kanten of de zetkast precies recht op de ringband staat en de ringband precies met 90 graden op de zetkast staat. Geef ook aan jouw collega cursisten die van dezelfde tafel gebruik maken aan dat je dit bouwwerk aan het neerzetten bent, zodat zij de tafel even met rust laten voor wat betreft vijlen en stoten.
Wanneer dit geheel precies zo staat zoals jij het wilt hebben en de ringband precies aansluit op de zetkast (soldeer kan niets opvullen, alleen verbinden), kun je gaan solderen. Leg hierbij een klein stukje (1/1) soldeer 3 op de soldeersteen klaar. Daarna brand je wederom eerst wat fluoron weg. Verhit dan het stukje soldeer en breng het met een soldeerpen naar de achterkant van jouw ringband toe. Leg het op jouw zetkast aan de achterkant van de ringband. Verhit dit stukje van voren (door de cirkel van de ringband heen als het ware). Doordat het stukje achterop ligt en jij van voren verhit, wordt het voorop het heetst en kruipt het stukje soldeer onder de ringband naar jou toe. Precies zodat de ringband verbonden wordt met de zetkast. Let hierbij op dat de zetkast waarschijnlijk nog steeds dunner is dan de ringband, ivm smelten. Houdt daarom goed de kleur van het geheel in de gaten.
Wanneer je een open zetkast hebt gemaakt, en je wilt duidelijk zichtbaar maken aan de achterkant dat deze open is, teken je allereerst op op de ringband af hoe breed de opening is. Deze zaag je dan uit de ringband, op het gedeelte waar het plateau is gevijld. Teken dit ook eerst af. Let op: hoe groter de steen en hoe opener de zetkast, hoe meer er van de ringband verloren gaat. Houdt hier rekening mee qua maat, de maat kan in dat geval kleiner worden. Als je deze vervolgens gaat solderen aan de zetkast doe je dit op dezelfde manier als bij een dichte zetkast, alleen dan met twee kleine stukjes soldeer die je aan weerszijde van de opening legt.
Afwerken van de ring: schuren
Nadat de zetkast op de ringband is gesoldeerd begin je met het afwerken. Allereerst vijl je alle gedeeltes waarbij je nog echt materiaal weg wilt halen. Daarna begin je met schuren. Begin met grof schuurpapier of een halfrond schuurlatje (alleen gebruiken voor de binnenkant van de ringband) om krassen te verwijderen. Schuur net zo lang door met steeds fijner schuurpapier totdat je geen krassen meer ziet en het geheel er ‘satijnachtig’ uit ziet.
Afwerken van de ring: polijsten
Door te polijsten kun je de minimale krasjes die je niet met het fijnste schuurpapier weg krijgt nog weghalen en breng je glans aan. Polijsten doe je met een polijstmachine en verschillende polijstschijven in combinatie met polijstvet. Hierbij heb je geel vet (voorpolijsten), wit vet (glans aanbrengen) en rood vet (hoogglans aanbrengen). De verschillende soorten vet gebruik je altijd in combinatie met dezelfde borstel. Voor geel vet gebruik je de grofste borstel, voor rood vet de zachtste. Let op: zilver geleid de warmte, dus het kan soms heet worden tijdens het polijsten.
Zet de polijstmachine aan, deze staan al goed afgesteld. Houdt met beide handen jouw sieraad vast, door het harde ronddraaien van de borstels raak je hem anders snel kwijt. Druk het sieraad op ‘4 uur’ tegen de borstel aan. Je ziet hierop een zwarte waas verschijnen, dit is het polijstvet. Dit moet niet overdadig aanwezig zijn, dan zit er teveel vet op de borstel. Polijsten met te weinig vet geeft geen resultaat. Werk jouw sieraad eerst af met geel, daarna met wit en als laatste met rood vet. Van links naar rechts op onze polijstmachines.
Vet verwijderen: ultrasoon/trilbad
Tijdens het polijsten is de ring ook vies geworden van het polijstvet. Dit vet verwijder je eenvoudig in de ultrasoon. De ultrasoon is een verwarmd trilbad, waar je de ring in kunt doen. Als je hem aan zet, worden kleine schokjes gemaakt in het bad (gevuld met schoonmaakmiddel voor sieraden) waardoor trillingen in alle kleine hoekjes en gaatjes van het sieraad komen. Hierdoor wordt het vet op alle plekken verwijderd. Er zit een timer op de ultrasoon, hij trilt en gaat vanzelf uit. Als hij uit is gegaan, kun je het mandje uit de ultrasoon optillen en met een van de pincetten jouw sieraad eruit halen. Spoel dit nog even af onder de kraan en maak goed droog. In de ultrasoon mogen geen stenen, deze kunnen verkleuren of breken.
Steen zetten
Dan is eindelijk het moment daar: de steen mag erin! Plaats de steen in de zetkast en duw hem goed aan. Zet de ring in een bankschroef (met een beschermend stuk leer ertussen), zodat alleen de zetkast nog hier bovenuit komt. Als de ringband uitsteekt heb je het risico dat je deze schuinbuigt. Pak een zetstaal en leg het houten handvat hiervan in jouw handpalm Neem het stalen uiteinde tussen duim en wijsvinger en gebruik jouw duim om de zetrand tegen de steen aan te duwen. Test eerst op een klein stukje hoeveel druk je ongeveer moet zetten om de zetrand te zien buigen. Te veel druk kan ervoor zorgen dat je uitschiet en jouw steen bekrast of zelfs breekt. Begin met de zijkanten die je recht tegen de steen duwt. Heeft jouw steen hoeken? Zet deze dan eerst. Werk vervolgens omhoog waarbij je een strijkbeweging maakt van ongeveer 2-3 mm breed. Je wrijft hiermee als het ware het zilver om de steen heen. Ga hiermee door totdat er geen ruimte meer zichtbaar is tussen de zetrand en de steen en er geen deuken meer te zien zijn. Gebruik vervolgens eventueel een bruneerstaal om het bovenste randje van jouw zetrand plat te wrijven tegen de steen aan. Doe dit heel erg voorzichtig, een bruneerstaal is scherp en maakt snel krassen op de steen. Het eindresultaat is wel mooier, omdat het vlakke randje van jouw zetrand precies mooi over zal lopen in de steen zonder krasjes. Als je klaar bent met het zetten van de steen, werk je eventuele krasjes vervolgens af met een fijn schuurlatje en polijst nog eens indien nodig. Let hierbij wel op dat je de steen niet raakt met de polijstborstel. Maak de ring schoon onder de kraan met een sponsje en een beetje afwasmiddel. En dan is de ring klaar!